Met grote vreugde spreek ik u vandaag toe, mede namens de hele Inheemse gemeenschap van Suriname, namens alle Inheemse dorpen en gezagsdragers uit alle delen van ons land. Wij groeten u, en feliciteren u met deze gaan kuutu ter herdenking van de ondertekening van de Vredestraktaten tussen de koloniale overheersers en de Marrons.
Wij bedanken de organisatoren voor de uitnodiging om vandaag persoonlijk onze felicitaties over te brengen. Wij zijn de inheemse volken van dit land; wij hebben de kolonisatoren hier zien aankomen, wij hebben de eerste volkenmoord, slavernij en gedwongen arbeid op dit continent moeten ervaren, wij zijn de eerste slachtoffers geworden van grondroof en werden verdreven uit onze voorouderlijke gebieden in de kustvlakte, inclusief Paramaribo; wij zijn de slachtoffers geworden van virussen en bacteriën die we voorheen niet kenden, net zoals we ook nu weer het slachtoffer worden van het coronavirus, maar ook nog steeds moeten lijden onder grondroof en andere misstanden.
Wij hebben gezien hoe de kolonisatoren ook andere volken hebben misbruikt, en hebben geprobeerd om ze tot slaaf te maken. Het is daarom dat we de strijders en vluchtelingen hebben ontvangen in onze gebieden en hebben geholpen om te overleven en om zich te hergroeperen, en opnieuw uit te groeien tot tribale volken in Suriname. We zijn broeders en zusters in de strijd tegen overheersing, in de strijd voor ons recht op zelfbeschikking als volken.
Geen enkel volk staat hoger dan een ander volk. Geen enkel mens heeft meer rechten dan een ander mens. We zijn gelijken van elkaar. Ook de Inheemsen en Marrons zijn gelijken van alle andere mensen, en onze volken: Kari’na, Lokono, Wayana, Trio, Matawai, Kwinti, Aluku, Okanisi, Saamaka, Paamaka, zijn net zo goed volken als andere volken, met gelijke rechten. Ze noemden ons wilden en nomaden, zonder onze eeuwenoude beschavingen en kennis van natuur en bovennatuur te erkennen.
Maar de tijden zijn gelukkig veranderd. We móeten terugblikken; het is onmogelijk om te zeggen dat we alleen naar de toekomst kijken. We moeten leren uit onze ervaringen. We hebben geleerd om niet op anderen te rekenen want ze gaan je niet verzorgen. Ze willen van je nemen wat ze kunnen en zullen je niet gelijkwaardig teruggeven wat jou toekomt. Dat zijn heel harde lessen die we hebben geleerd. Daarom moeten we steeds blijven strijden, voor meer zekerheid. In deze moderne tijd moeten we wettelijke zekerheid hebben; onze rechten moeten worden vastgelegd in de wet, zwart op wit.
Als VIDS hebben we deze les al in de praktijk gebracht. Samen met onze regionale organisatie KLIM zijn we naar de internationale rechter gestapt, omdat de Staat Suriname ons niet wil erkennen, en alleen maar heeft proberen weg te halen wat ze willen hebben uit onze gebieden. Ruim 500 jaar na de komst van de Europese kolonisatoren zien we nog steeds dat onze dorpelingen worden verjaagd; nu door natuurreservaten die worden ingesteld maar ook door concessionarissen die zeggen dat ons gebied van hen is, want zij hebben papieren in handen en wij niet.
Internationale mijnbouwbedrijven krijgen rechten, en wij die al eeuwenlang daar wonen, moeten zwijgend toezien hoe ons gebied vernietigd wordt. Illegale goudzoekers vergiftigen onze natuur en het goud gaat weg zonder dat wij ooit structureel beter worden. Kunt u zich voorstellen dat dit nog steeds gebeurt, in het jaar 2020? En toch is dat zo! Ook Marrondorpen hebben hiermee te maken en zijn ook de strijd aangegaan. Ook de Saramaccaners hebben hun case gewonnen bij het Inter-Amerikaans Mensenrechtenhof, en ook de Aukaners hebben hun Moiwana case gewonnen.
We móeten op deze zaken wijzen want dit is de basis van ons bestaan. Als we stil blijven, gaan we opzij geschoven worden, net als in de koloniale tijd. Zonder onze grond en ons traditioneel gezag, gaan we derderangsburgers worden in plaats van de trotse volken van weleer.
Daarom blijven we proberen; we blijven strijden. De nieuwe regering van Suriname heeft gezegd dat ze deze zaken begrijpt en respecteert. Wij zijn heel blij hiermee en heel optimistisch.
Zusters en broeders,
De Marronvolken blijven onze zusters en broeders. Er zijn zure momenten geweest. Maar we hebben nooit als volk tegen volk gevochten. Het waren mensen en groeperingen die werden gedreven door specifieke motieven. Maar onze volken, onze granmans en kapiteins, hebben altijd één vuist gemaakt. We hebben traditionele afspraken, en bij alle voorgaande grankrutu’s hebben we de traditionele afspraken en de traditionele samenwerking steeds benadrukt en herbevestigd.
Ik vraag dat we ook op deze grankrutu deze traditionele afspraken herbevestigen. Respect voor de Inheemse volken als eerste volken van dit land, respect voor onze grondgebieden, wederzijds respect voor ons Traditioneel Gezag.
Een tweede punt waar ik aandacht voor vraag ik de wettelijke erkenning van onze rechten als Inheemse en Tribale Volken. Er is een conceptwet gemaakt waarin deze rechten worden erkend. Onze grondenrechten, ons Traditioneel Gezag, ons recht om vooraf goedkeuring te moeten geven als de Staat projecten wil uitvoeren in onze gebieden, ons recht om te delen in de voordelen daarvan, ons recht op onze traditionele kennis. Het zijn collectieve rechten, en geen individuele rechten zoals die tot nu toe bekend zijn. Collectief, van het volk, en niet van één persoon.
Vanuit VIDS vragen we dat we niet helemaal opnieuw gaan beginnen. Opeenvolgende regeringen hebben dat spelletje met ons gespeeld. Werkgroepen en commissies benoemen die maar in cirkeltjes blijven draaien en als het erop aankomt dan wordt de zaak gebost. Wij krijgen dan de schuld maar in werkelijkheid zijn het de grote financiële belangen die spelen. Net zoals in de koloniale periode.
We weten dat het vaststellen van grenzen nog een heet hangijzer is. De afspraak die voorheen gemaakt is, is dat de wet geen nieuwe grenzen gaat vaststellen. De traditionele afspraken die er zijn, worden gehandhaafd. Er komen geen nieuwe grenzen met deze wet. En wat ook is vastgelegd, is dat de traditionele afspraken blijven gelden dat de dorpen en stammen gemeenschappelijk gebruik maken van sommige overlappende gebieden. Zo nodig zal een gebied zelfs een dubbele eigenaar hebben. Maar laat deze discussie ons niet achterhouden. We kunnen altijd een uitweg hiervoor vinden.
Ik roep daarom deze gran krutu op om een hard standpunt in te nemen. Onze collectieve rechten moeten onvoorwaardelijk erkend worden, volgens de internationale standaarden die ook in de vonnissen van het Inter-Amerikaans Mensenrechtenhof zijn vastgelegd. Natuurlijk heeft de nieuwe regering tijd nodig. We eisen geen nieuwe wet binnen 2 of 3 maanden. Maar laten we alsjeblieft niet helemaal opnieuw beginnen.
Ten derde vragen we effectieve inspraak in het beleid. We hebben altijd aan de kantlijn moeten staan en alleen maar moeten aanhoren wat er gaat gebeuren. Wat er besloten is door de hoge pieten in de stad. Samen met hun dure consultants. En dan kunnen we hooguit achteraf protesteren. Laat ook dat veranderen. We willen inspraak hebben. We willen meedenken, meebeslissen en mee-doen, bij de uitvoering.
Laten we afspraken maken om dat op een gestructureerde manier te doen. Van te voren afspreken wat de doelen zijn en hoe we die doelen gaan bereiken en wie wat doet. Zelf ontwikkelingsplannen maken. Er komt een nieuw Meerjarenontwikkelingsplan (MOP); laten wij ons eigen hoofdstuk schrijven en de planning maken voor uitvoering. Consultants mogen helpen en ondersteunen maar ze moeten niet voor ons komen bepalen.
Ten vierde vragen we dringende aandacht voor brandende vraagstukken wat betreft illegale praktijken in het zuiden, vooral goudzoekers en drugsbewegingen, en ook illegale houtkap overal in het land. Onze dorpen worden bedreigd en gebruikt en lijden eronder.
En natuurlijk vragen we aandacht voor de eeuwenoude achterstelling, op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg, energie en elektriciteit, economische activiteiten, landbouw, toerisme, infrastructuur, communicatie, internet en nu ook Covid. Dit zijn zaken die we structureel willen bespreken, zoals ik daarnet zei.
Broeders en zusters,
Samen staan we sterk. Laat deze gaan kuutu een herinnermoment zijn dat we samen strijden. Laten we niet door onderlinge discussies buiten gezet worden. We moeten vooruit.
Ik feliciteer nogmaals een ieder met deze herdenking. VIDS, de Inheemse Volken van dit land, we zijn gereed om samen met de Tribale Volken te beginnen aan een nieuw hoofdstuk in onze geschiedenis!