Leerkrachten met als standplaats het binnenland zijn gisteren getogen naar het Kabinet van de Vicepresident. Zij hebben de problemen waarmee zij kampen kenbaar gemaakt aan vicepresident (vp) Ronnie Brunswijk. Een van de grootste bezorgdheden is dat het onderwijs in het binnenland nog niet is gestart. Het gevolg hiervan is dat deze leerlingen een grotere achterstand oplopen.
Bij de onderwijsgevenden is de reden waarom de schooldeuren in het binnenland nog gesloten zijn niet bekend. Vanuit het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) hebben zij ook nog niets vernomen. Vele leerkrachten die lesgeven in de districten en het verre binnenland zijn ook nog niet naar hun standplaats. De boot- en bushouders die leerlingen en leerkrachten vervoeren zijn in actie, omdat ze door de overheid nog niet zijn uitbetaald voor hun diensten.
De leerkrachten gaven verder aan, dat zij een tekort hebben aan schoon drinkwater. Ook de problemen met elektriciteit is door de groep aangekaart. Sommige woningen zijn niet aangesloten op het elektriciteitsnetwerk, waardoor generatoren gebruikt moeten worden. Echter kunnen niet alle leerkrachten een generator aanschaffen, waardoor de voorbereiding voor de volgende schooldag niet kan plaatsvinden.
Ook de leerkrachten wiens woningen eerder dit jaar zijn afgebrand waren aanwezig en hebben aangegeven dat er nog niets is gedaan aan de huizen. Er zijn geen andere woningen opgezet, terwijl MinOWC wel op de hoogte is van de brand. Zij hebben geen woningen om te kunnen intrekken als zij terug moeten naar hun standplaats. Het gaat om de leerkrachten van OS Apomatapoe.
Tijdens de brand vertoefden de leerkrachten in Paramaribo, waardoor hun spullen door de brand zijn verwoest. Vp Brunswijk heeft de problemen aangehoord en de groep voor komende week uitgenodigd om verder hierover te praten.(srherald)