Zuid-Afrika speelt een grote rol in de laatste klinische fase van verschillende coronavaccins. Drie coronavaccins die nog in ontwikkeling zijn worden in het land getest op proefpersonen, maar wanneer wordt de rest van de bevolking geprikt? Een startdatum ontbreekt, terwijl sommige Westerse landen al zijn begonnen.
Op plastic stoelen zitten Zuid-Afrikanen buiten te wachten bij een kleine kliniek in de township Philippi in Kaapstad. Ze zijn 29 dagen eerder geïnjecteerd met het Janssen-vaccin, dat farmaceut Johnson & Johnson bij dochterbedrijf Janssen in Leiden ontwikkelt, of met een placebo – een injectie zonder werkzame bestanddelen. Dit is hun eerste check.
Een van de proefpersonen is de twintiger Sinaya Songelwa. Hij tilt een oranje plastic stoel met zich mee van ruimte naar ruimte. Dat is verplicht, zodat niet iedereen op dezelfde stoel gaat zitten met het oog op het besmettingsrisico. In de ene ruimte wordt Songelwa’s temperatuur gecheckt en in de volgende ruimte wordt bloed geprikt dat wordt getest op antistoffen.
Tweede golf
Zuid-Afrika zit volop in de tweede golf. Het land met een kleine 58 miljoen inwoners telt nu ruim 26.500 coronadoden. Ze hopen hier dat het Janssen-vaccin de eindstreep haalt. De vaccins van Pfizer en Moderna zijn niet ideaal voor arme landen. Het is een logistieke nachtmerrie dat ze onder extreem lage temperaturen bewaard moeten worden.
Aan het vaccin van Janssen zitten potentieel grote voordelen, al helemaal voor ontwikkelingslanden: er wordt onderzocht of één injectie immuniteit geeft, het vaccin is goedkoper en vooral: drie maanden houdbaar in de koelkast. De uitkomst van de test is dus voor hen persoonlijk van belang.
“Ik doe mee omdat ik niet alleen Zuid-Afrika wil helpen, maar de hele wereld,” zegt Songelwa. “Ik hoorde de oproep op het nieuws en dacht ‘waarom niet?’.” Songelwa is werkloos. Dat hij zo’n 20 euro vergoeding per bezoek krijgt, helpt ook. “Maar dat was niet de voornaamste reden.” Wel weet hij al wat hij vandaag gaat kopen met de voucher die hij krijgt: zes kilo kip voor zijn moeder, want haar koelkast is leeg.
Ook in andere landen loopt de derde en laatste klinische fase van het Janssen-vaccin, waar in totaal tienduizenden mensen aan meedoen. De testfase in Zuid-Afrika wordt geleid door twee Zuid-Afrikaanse wetenschappers. Een van hen is Linda-Gail Bekker, hoogleraar geneeskunde en directeur van het Desmond Tutu HIV Centrum.
Ze vindt het belangrijk dat Zuid-Afrika testland is. “Dat geeft ons ook informatie over hoe het vaccin in ons land werkt. Genen kunnen een rol spelen, of het grote aantal mensen dat hier hiv-positief is. Mochten we het hier in de toekomst kunnen uitrollen, dan geeft het ons belangrijke informatie over hoe het werkt.”
Afrikaanse landen achteraan de rij
Naast het Janssen-vaccin worden ook het AstraZeneca- en het Novavax-vaccin in het land getest. Zuid-Afrikanen spelen dus een cruciale rol in het gevecht tegen covid-19. “Maar als ik op de wereldkaart kijk naar wie toegang heeft tot vaccins voor de hele bevolking, dan word ik daar erg moedeloos van,” zegt Bekker. “Afrika lijkt vergeten.”
“Westerse landen hebben vooraf al heel veel ingekocht, genoeg om hun bevolking meerdere keren te kunnen vaccineren, maar dat kan een land als Zuid-Afrika niet. Daar hebben we de financiële middelen niet voor”, zegt Bekker. Zuid-Afrika kan niet een scala aan vaccins inkopen en wachten tot ze zijn goedgekeurd, zegt ook epidemioloog Salim Abdool Karim, die de regering adviseert. “We moeten wachten op het juiste vaccin, en secuur kiezen wat het beste voor ons is.”
nos