Je bekijkt nu Wat zijn de alternatieven?

Wat zijn de alternatieven?

Het is nu bijna een jaar voor de verkiezingen in Suriname. Elke verkiezing is belangrijk maar deze verkiezingen zullen één van de belangrijkste zijn in de geschiedenis van ons geliefd Suriname. Suriname staat namelijk aan de vooravond van enorme veranderingen. De olievondsten en exploitatie hiervan zullen veel inkomsten genereren voor Suriname. Inkomsten indien goed gebruikt, kunnen uit eindelijk het verschil maken voor de Surinaamse bevolking. Deze nieuwe fase waarin Suriname zal intreden vereist naar mijn oordeel nieuwe ideeën over het inrichten van de staat en de denkrichting van de Surinaamse natie. Met de nieuwe inrichting van de Staat bedoel ik welke rol speelt de staat bij het aansturen van ontwikkeling in een land? Hoe zorgt Suriname ervoor dat de inkomsten die gegenereerd worden zodanig besteed worden dat andere economische sectoren mee kunnen profiteren zodat Suriname niet afhankelijk wordt van de inkomsten uit de oliesector? Welke capaciteiten moeten onze politieke leiders hebben om deze belangrijke afwegingen te maken voor een bevolking van ruim 550.000 inwoners? Welke politieke partijen kunnen antwoord geven op deze vragen?


Suriname kent sinds de onafhankelijkheid een stroeve ontwikkeling. Het was de regering-Arron die na de verkiezingswinst in 1973 zich sterk hadden gemaakt voor de onafhankelijkheid van de voormalig moederland Nederland. In 1975 was dit een feit. De onderhandelingen over de onafhankelijkheid stonden voornamelijk in het teken van de hoogte van de ontwikkelingshulp. Suriname zou dus een bak met geld (3,5 miljard) krijgen om het land te ontwikkelen. Een zogenaamde “gouden handdruk” want, dat geld kon pas besteed worden na goedkeuring door Nederland. Dit betekent dat Nederland nog grote invloed zou hebben op het Surinaamse ontwikkelbeleid. In de praktijk werden Surinaamse ontwikkelingsprojecten getoetst door de commissie ontwikkelingssamenwerking Nederland – Suriname (CONS) (Meij, 2012). De Surinaamse regering mocht haar eigen beleid bepalen, maar het waren de CONS-leden die bepaalden of dit beleid financieel ondersteund zou worden uit de verdragsmiddelen.

Als we de bovenstaande ontwikkelingen vergelijken met de nieuwe ontwikkelingen in Suriname dan is het grootste verschil dat de geprognosticeerde inkomsten voor Suriname 16 tot 26 miljard is, in plaats van de 3,5 miljard van toen. Dit is een significant verschil. Een ander verschil is dat Surinamers nu echt zelf beslissen over hun beleid en financiering. Geen moederland dat meekijkt of meeprofiteert. Een van de grootste lessen uit de periode van de onafhankelijkheid, is de verkeerde besteding van de beloofde 3,5 miljard. Suriname wilde een grote broek aantrekken zonder dat de structuren aanwezig waren om een grote broek aan te kunnen. Met andere woorden ons democratisch systeem en politiek bestel was onvoldoende voorbereid. Suriname en Nederland hebben in theorie bijna hetzelfde democratisch systeem. In de praktijk zijn er echter grote verschillen. Behalve dat de partijen in Suriname op basis van etniciteit geformeerd waren, ontbrak er een duidelijke partijstructuur en ontwikkelingsvisie. Dit heeft geleid tot een buitenproportionele polarisatie bij de onafhankelijkheid. De etnische verdeeldheid vormde een enorme belemmering voor het neerzetten van een ontwikkelingsinfrastructuur.

Nu we aan de vooravond zijn van zo een markante ontwikkeling in Suriname stel ik de vraag of wij als land ons zelf gebeterd hebben? Hebben wij partijen die een stevige partijstructuur hebben en een pakkende ontwikkelingsvisie? Wat is het alternatief op de oude politieke partijen?
We hebben gezien dat op etniciteit gestoeide visie nul op het rekest geeft. De NPS, KTPI, Pertjajah Luhur, ABOP, VHP en de NDP hebben in de afgelopen 30 jaar regeermacht gehad. Wat hebben ze laten zien in die periode? Zien we genoeg fundament (lees partijstructuur) binnen deze partijen om de gewenste ontwikkeling te brengen in dit land? Ik moet helaas concluderen dat er weinig te kiezen is voor de Surinaamse burgers. Ik zie geen nieuwe alternatieven dan deze oude politieke partijen. Van de oude politieke partijen is de VHP het meest stabiel, echter heeft de partij bij regeermacht toch een issue met etniciteit. De partij heeft wat ik noem een etnische reflex. Ik zie de partij dit niet repareren voor mei 2025. De NDP zou als grootse en multi-etnische partij de volgende stabiele factor moeten zijn maar deze partij hangt hun bestaan aan een voortvluchtige voorzitter van 78 jaar. Dit zegt genoeg over de status van deze partij.

Uitdaging
Als er alternatieven zijn dan moeten ze beter hun best doen om te appelleren aan de Surinaamse kiezer. Niet met loze beloftes maar met nieuwe ideeën over de inrichting van de staat, met een stevige partijstructuur, met bij voorkeur hoogopgeleide kandidaten en een nieuwe ontwikkelingsvisie gestoeid op de verwachte inkomsten uit de olie en gassector. Graag geen oude wijn in nieuwe zakken.

John Misidjan

John.misidjan@gmail.com

Bronnen:
Meij, K. v. (2012). Een vergelijkend onderzoek naar de Nederlandse beleidsvoering met betrekking tot Suriname in de periode 1975-1982 en de periode 1988-1993. Utrecht.